Wijzigingen Wet Arbeid Vreemdelingen
Recent heeft er een herziening van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: “de Wav”) plaatsgevonden. Deze herziening heeft gevolgen voor het tewerkstellen van beroepsvoetballers afkomstig uit landen buiten de EU, EER en Zwitserland (hierna: “niet-EU spelers”). Daarnaast bestaat er een nieuwe procedure voor het aanvragen van tewerkstellings- en verblijfs-vergunningen voor niet-EU spelers.
Herziening Wav
Per 1 januari 2014 is de herziening van de Wav van kracht geworden waardoor de Wav op een aantal onderwerpen aanzienlijk is gewijzigd. Deze wijzigingen hebben directe gevolgen voor het tewerkstellen van niet-EU spelers, waarbij met name de volgende zaken van belang zijn:
1. TWV voor maximaal drie jaar
Hoewel door de herziening van de Wav tewerkstellingsvergunningen nog maar voor ten hoogte één jaar kunnen worden verleend, is er – door de politieke lobby van de FBO – een uitzonderingspositie voor het betaald voetbal gecreëerd. Voor niet-EU spelers is het – net als in de situatie voor de herziening van de Wav – namelijk nog steeds mogelijk om een vergunning aan te vragen voor een periode langer dan één jaar, namelijk maximaal drie jaar. Concreet wordt hiermee voorkomen dat een club jaarlijks een verlengingsaanvraag voor de niet-EU speler zou moeten indienen, waarbij het salaris van de niet-EU speler moet voldoen aan het alsdan geldende (en meestal hogere) inkomenscriterium.
2. Individuele arbeidsmarkttoets bij verlenging TWV
Door de herziening van de Wav zal er bij een verlengingsaanvraag voortaan een individuele arbeidsmarkttoets plaatsvinden, waarbij wordt gekeken naar de leeftijd van de niet EU-speler ten tijde van de verlengingsaanvraag en zal zijn salaris worden getoetst aan het alsdan geldende salariscriterium. Dit geldt ook ingeval de club een arbeidsovereenkomst voor bijvoorbeeld een periode van vier jaar met een op dat moment 18-jarige niet-EU speler sluit. Het voorgaande betreft aldus een (nadelige!) wijziging ten opzichte van de oude situatie.
3. Arbeidvrij-status pas na 5 jaar
Door de herziening van de Wav zullen niet-EU spelers pas na vijf jaar in aanmerking komen voor de status ‘arbeid vrij’ (in plaats van de drie jaar die voor de wijziging gold). Concreet betekent dit dat een vergunning van een niet-EU speler voortaan ten minste één keer verlengd moet worden teneinde een arbeidvrij-status te verkrijgen (3 jaar + 2 jaar). Een club wordt door deze wijziging aldus verplicht om nog langer te voldoen aan het voor niet-EU spelers geldende inkomenscriterium. De FBO heeft getracht deze wijziging te voorkomen. Het Ministerie van SZW heeft echter afgezien van het verzoek het betaald voetbal voor deze wijziging uit te sluiten. Ter verduidelijking van het voorgaande, treft u hieronder een voorbeeld teneinde de gevolgen duidelijk te maken.
Voorbeeld:
Op 1 juli 2011 heeft een club een arbeidsovereenkomst met een 18-jarige niet-EU speler gesloten voor de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2014 (drie seizoenen). Teneinde zijn benodigde vergunningen te verkrijgen, dient het salaris
van de niet-EU speler gedurende deze drie seizoenen te voldoen aan het ten tijde van de aanvraag geldende inkomenscriterium voor niet-EU spelers van 18 en 19 jaar (zijnde 75% van het gemiddelde bruto jaarinkomen in de Eredivisie).
Zowel de club als de speler zijn tevreden over de samenwerking en hebben de intentie om de arbeidsovereenkomst (en aldus ook zijn vergunningen) met één jaar te verlengen. De club dient op grond van het bovenstaande vanaf heden met de volgende zaken rekening te houden:
Op basis van de wijziging als beschreven onder punt 3 heeft de speler na 30 juni 2014 niet de status ‘arbeid vrij’. De club zal dus rekening moeten houden met het feit dat zijn salaris ook na 30 juni 2014 moet voldoen aan het alsdan geldende inkomenscriterium voor niet-EU spelers;
Op basis van de wijziging als beschreven onder punt 2 zal bij verlenging worden gekeken naar de leeftijd van de niet EU-speler ten tijde van de verlengingsaanvraag. Aangezien de speler inmiddels 21 jaar is, dient zijn salaris na 30 juni 2014 te voldoen aan het alsdan geldende inkomenscriterium voor niet-EU spelers van 20 jaar en ouder (zijnde 150% van het gemiddelde bruto jaarinkomen in de Eredivisie) teneinde een verlenging van zijn vergunningen te verkrijgen.
NB: indien de club in beginsel niet een driejarige maar een vierjarige arbeidsovereenkomst met de 18-jarige niet-EU speler heeft gesloten, dan geldt eveneens op basis van het bovenstaande dat zijn vergunningen na drie jaar moeten worden verlengd, waarbij met bovenstaande zaken rekening moet worden gehouden.
GVVA-procedure
Met betrekking tot de aanvraag en de verlening van TWV’s en verblijfsvergunningen ten behoeve van niet-EU spelers voor een periode langer dan drie maanden, is er vanaf 1 april jl. een nieuwe procedure in werking getreden. Waar in de situatie vóór 1 april jl. een TWV bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (hierna: “het UWV”) en een verblijfsvergunning bij de bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (hierna: “de IND”) moest worden aangevraagd, worden beide vergunningen in de nieuwe procedure samengevoegd in een ‘Gecombineerde Vergunning voor Verblijf en Arbeid’ (hierna: “GVVA”). Deze GVVA dient te worden aangevraagd bij de IND, waarbij de IND voor het arbeidsgedeelte van de niet-EU speler advies aan het UWV vraagt. Het betreft aldus slechts een procedurele wijziging, welke moet leiden tot een eenvoudigere en efficiëntere procedure.
De aanvragen kunnen zoals voorheen blijven lopen via de FBO.
Ten slotte
Let op: Hoewel de FBO nog steeds met de betrokken instanties in overleg is teneinde een oplossing voor de ontstane problemen te vinden, zijn bovenstaande wijzigingen zonder overgangsregeling van kracht geworden en zijn deze dus nu al van toepassing!